Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Gladstone

betekenis & definitie

William Ewart, Engels staatsman, *29. 12.1809 Liverpool, ♱19.5.1898 Hawarden; van Schotse afkomst. Gladstone werd in 1832 Lagerhuisafgevaardigde voor de conservatieven; hij ontpopte zich als een geniaal redenaar.

Hij was aanhanger van de principes van de conservatieve filosoof E.Burke, en streefde ernaar humanitaire en morele beginselen een grotere plaats in de politiek te geven. R.Peel nam hem op in zijn ministerie (1834) als onderstaatssecretaris van Oorlog, vervolgens van Koloniën. In deze jaren toonde Gladstone zich een voorstander van een scheiding tussen kerk en staat, waarvan hij, als orthodox anglicaan, getuigde in The state in its relations with the church en Church principles considered in their results. In het tweede ministerie-Peel (1841-46) was hij minister van Koloniën. Hij was minister van Financiën in het ministerie-Aberdeen (1852—55) en in het ministerie-Palmerston (1859-65). Gladstone was intussen van de Tories naar de Whigs overgegaan, daar hij steeds meer voorstander was geworden van hun (vrij)handelspolitiek.

Toen deze liberale partij na de kiesrechtuitbreiding van 1867 een meerderheid in het Lagerhuis kreeg, werd hij in 1868 eerste minister. Hij beijverde zich voor onderwijshervorming (Education Act) en voor verbetering van de verhouding tussen Engeland en Ierland. Hij voerde een neutraliteitspolitiek tijdens de Frans-Duitse Oorlog (1870). Gladstone kwam in 1873 ten val door de Irish University Bill.Tijdens het conservatieve kabinet van zijn grote opponent B.Disraeli leidde Gladstone de oppositie. Hij schreef een geruchtmakende brochure tegen de Turken: The Bulgarian horrors and the question of the East. Hij bestreed fel Disraëli’s imperialistische politiek inzake de Boerenrepublieken in ZuidAfrika en inzake Afghanistan. Bij de verkiezingen van 1880 behaalden de liberalen een meerderheid. Koningin Victoria, die zeer weinig sympathie voor Gladstone koesterde, trachtte tevergeefs een extraparlementair kabinet samen te stellen, maar was gedwongen Gladstone opnieuw als premier te aanvaarden. Dit tweede ministerie-Gladstone kwam in 1885 ten val.

In 1886 werd Gladstone voor de derde maal eerste minister. Hij diende een nieuwe Home Rule-wet voor Ierland in, die verworpen werd. Gladstone ontbond het parlement, maar werd tijdens de verkiezingen verslagen. In 1892 trad Gladstone voor de vierde en laatste maal als premier op. Hij diende een tweede Home Rule-wet in, die in het Hogerhuis werd af gestemd. Gladstone diende in 1894 zijn ontslag in.

Gladstone (the grand old man) gold als een erudiet, tevens een rechtschapen en vroom mens, die door hard werken het recht wilde doen zegevieren. Hij nam het steeds op voor de verdrukte minderheden, ook wanneer die politiek de Engelse imperialisten mishaagde en de Engelse belangen schaadde. Hij werd in Westminster Abbey begraven. Werken: The state in its relations with the church (1838), Church principles considered in their results (1840), Studies on Homer and the Homeric age (3 dln. 1858), A chapter of autobiography (1868), The Bulgarian horrors and the question of the East (1876), Gleanings of past years (7 dln. 1879; dl. 8, 1897), A commentary on the Psalter (1895), The impregnable rock ofHoly Scripture (1898). Uitgaven: The political correspondence ofmr Gladstone and lord Granville, 1868—86 (4 dln. 1952—62), The Gladstone diaries, 1825—39, door M.R.D.Foot (2 dln. 1968).

LItt. J.Morley, The life of W.E.Gladstone (3 dln. 1903); J.L.Hammond, Gladstone and the Irish nation (1938); G.M.Young, Gladstone (1944); P. Magnus, Gladstone (1954); J.L.Hammond en M. R.D.Foot, Gladstone and Iiberalism (1966); M. Cowling, Disraeli, Gladstone and revolution (1967); S.G.Checkland, The Gladstones, 17641851 (1971); M.Barker, Gladstone and radicalism (1977).

< >