Jean, Frans schrijver, *29.10.1882 Bellac (Haute-Vienne), ♱31.1.1944 Parijs. Giraudoux studeerde germanistiek, en was in 1905 in München huisleraar bij de hertog van Saksen-Meiningen.
In 1906 werd hij lector aan de Harvarduniversiteit in de VS. Vanaf 1910 was hij werkzaam in diplomatieke dienst. Giraudoux was auteur van romantische, ironische, enigszins surrealistische toneelstukken, waarin hij op poëtische wijze en met veel symboliek klassieke en moderne levensvraagstukken behandelt. Werken: toneel: Siegfried (1928), Amphytrion ’38 (1929), Judith (1931), Intermezzo (1933), La guerre de Troie n’aura pas lieu (1935), L’impromptu de Paris (1937), Électre (1937), Cantique des cantiques (1938), Ondine (1939), L’Apollon de Bellac (1942), Sodome et Gomorrhe (1943), La folie de Chaillot (1945); romans, novellen en verhalen: Simon le Pathétique (1918), Suzanne et le Pacifique (1921), Bella (1926), Les aventures deJerömeBardini (1930), Combat avec l’ange (1924), Les contes d’un matin (1952).litt. R.M.Albérès, Giraudoux par lui-même (1959); A.David, Vie et mort de J.Giraudoux (1966); A.G.Raymond, J.Giraudoux (1966); C. Mauron, Le théatre de Giraudoux (1971).
