eigenlijk: Joannes Alphonsus Albertus Goris (Jan Albert), Belg. letterkundige, *20. 10.1899 Antwerpen. Gijsen promoveerde in de geschiedenis in 1925 te Leuven.
Hij was redacteur van Het Vlaamsche Land en bij de uitgeverij De Standaard. Van 1941 -64 vervulde hij verscheidene hoge diplomatieke functies, o.a. afgevaardigde bij de VN. Gijsen begon in 1920 met het schrijven van expressionistische poëzie, maar ging al snel over op een soberder ‘realisme’ waarbij hij, in eenvoudige en schijnbaar banale bewoordingen, anekdoten en gebeurtenissen uit het gewone leven uit hun alledaagsheid verheft. Uit een indrukwekkende reeks (sterk autobiografische) korte romans van na de Tweede Wereldoorlog die spelen in het Vlaanderen van zijn jeugd of in de VS, blijkt hoe Gijsen van het rooms-katholicisme is geëvolueerd naar een nogal bitter en moraliserend agnosticisme. Ook als criticus en essayist heeft Gijsen een omvangrijk oeuvre op zijn naam. Werken: poëzie: Loflitanie van den H. Franciscus (1920), Het huis (1925; 4e verm. uitg.Zes van M.Gijsen, 1964; 5e dr. 1969), The house by the leaning tree (1963; essays en studies: K.v.d. Woestijne (1920), Étude sur les colonies marchandes méridionales à Anvers de 1488 à 1567 (1925), Ontdek Amerika (1927), Odysseus achterna (1930; 1960), Ons volkskarakter (1932), Journal de voyage d’Albrecht Dürer (1939), Hans Memling te Brugge (1939), Lof van Antwerpen (1940), De literatuur in Z.-Nederland sedert 1830 (1940; 4e dr. 1951), Peripatetisch onderricht (2 dln. 1940; 1942; 1943), Du génie flamand (1943), Belgium in bondage (1943; 1946), De stem uit Amerika (1957), Karel van den Oever (1958), Candid opinions on sundry subjects (1964), Karel Jonckheere (1964), Scripta manent (1964), Zelfportret gevleid, natuurlijk (1965; 2e dr. 1972), Marie Gevers (1969), Terug van weggeweest (1975), De leerjaren van Jan Albert Goris (1975; autobiogr.); bloemlezingen: Karel van Mander (1922; 1938), Bredero (1922; 1965), Breviarium der Vlaamsche lyriek (1937); romans: Telemachus in het dorp (1948), De man van overmorgen (1949); Goed en kwaad (1950), Klaaglied om Agnes (1951), De vleespotten van Egypte (1952), De kat in den boom (1953), De lange nacht (1954), De oudste zoon (1955), Er gebeurt nooit iets (1956), Ter wille van teentje (1957), Mijn vriend de moordenaar (verhalen 1958), De school van Fontainebleau (1959), Lucinda en de lotoseter (1959), De diaspora (1961), Allengs gelijk de spin (1962), Harmagedon (1965), De parel der diplomatie (1966), Het paard Ugo (1968), Jacqueline en ik (1970), De afvallige (1971), De grote god Pan (1973), De kroeg van groot verdriet (1975). Uitgave: Verzameld werk (6 dln. 1977—78). [prof.dr.A.van Elslander] litt. M.Roelants, M.Gijsen (1958); G.Verbeek, M.Gijsen (1966); M.Gijsen (Profielreeks 1974); Voor M.Gijsen (1974).