Ned. politicus, *19.2.1751 Gorinchem, ♱29.5.1815 Leiden; afkomstig uit een regentenfamilie. De Gijselaar studeerde rechten te Leiden, werd in 1776 pensionaris van Gorkum en in 1778 van Dordrecht.
Hij werd de leider van het verzet tegen stadhouder Willem v en behoorde met Van Berckel en Zeeberg tot het patriottische driemanschap dat in de Staten van Holland een antiEngelse, dus antistadhouderlijke, politiek voerde.De Gijselaar was op 17.3.1786 betrokken bij het incident van de Stadhouderspoort op het Binnenhof: krachtens een besluit van de Staten van Holland gebruikten De Gijselaar en de Dordtse burgemeester Gevaerts deze poort, die voordien voor de stadhouder, buitenlandse vorsten en gezanten gereserveerd was. Dit leidde tot een orangistisch opstootje, met als gevolg nieuwe maatregelen tegen de Oranjepartij. Hij week in 1787 bij de komst van de Pruisen uit; in 1799 vestigde hij zich te Leiden. Hij behoorde in 1814 tot de notabelen die de grondwet moesten aannemen. Naar hem werden de patriotten Kezen genoemd.