Britse kroonkolonie aan de zuidkust van Spanje, aan de Straat van Gibraltar, op een rots, met Spanje verbonden door een zandige landengte (de onbewoonde, neutrale strook La Linea), 6,5 km2, 28700 inw. De rots (4,6 km lang; hoogste punt 425 m) bestaat m.n. uit jurakalk (druipsteengrotten) daalt naar het zuiden en westen terrasvormig af en is naar het noorden en oosten vrijwel loodrecht.
Gibraltar heeft het warmste klimaat van Europa, apen kunnen er vrij leven. De sterke vesting is gedeeltelijk in de rots uitgehouwen. In de 20e eeuw zijn de verdedigingswerken gemoderniseerd; in de Tweede Wereldoorlog is men erin geslaagd een vliegveld aan te leggen. Gibraltar heeft beperkt zelfbestuur. Het bestuur berust bij de gouverneur, tevens commandant van het Engelse garnizoen, die wordt bijgestaan door een uitvoerende raad, de Raad van Gibraltar, van 5 gekozen en 4 exofficio-leden, en een wetgevende raad, het Huis van Afgevaardigden, van 17 leden (15 gekozen en 2 exofficio-leden) en de voorzitter, de speaker.