o. (-n), een plantengroeistof.
(e) Gibberellinen zijn fytohormonen met een regulerende invloed op de groei en de ontwikkeling van de plant. Zij werden ontdekt in de cultuurvloeistof van de schimmel Gibberella fujikuroi, die bij de rijst de bakanaeziekte veroorzaakt, waardoor lange, bleekgele kiemplanten ontstaan, die spoedig omvallen. Men kent 38 onderling zeer verwante gibberellinen (GA1 tot GA38 genoemd). Met enkele milligram GA3 werd een rodekoolplant van 3,5 m hoogte gekweekt met bladeren op 1,5 dm afstand van elkaar. Gibberellinen worden door de industrie geproduceerd uit massacultures van genoemde schimmel. Zij worden veelvuldig toegepast in de landen tuinbouw en in de sierteelt, ter regulering van de groei van de plant.