Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Geyter

betekenis & definitie

Jan Julius de, Vlaams dichter, *25.5.1830 Lede, ♱18.2.1905 Antwerpen. De Geyter was aanvankelijk onderwijzer te Antwerpen; in 1874 werd hij directeur van de Antwerpse bank van lening.

Met J.Vuylsteke was hij de voornaamste vertegenwoordiger van het vrijzinnige en democratische flamingantisme, zoals o.a. blijkt uit het fel antiklerikale Geuzenlied. Tevens bezorgde hij een verdienstelijke moderne bewerking van Reinaert de Vos (1874) in middeleeuwse accentverzen. Werken: Drie menschen van in de wieg tot in het graf (2 dln. 1861—64; onvoltooid), Hendrik en Rosa (1868), Geuzenlied (1872), De wereld in (1878), De Rijn (1882; cantate), De kinderhulde aan een dichter (1884; T.van Rijswijck-cantate), Keizer Karel en het rijk der Nederlanden (1888). Uitgave: Verz. werken, door M.Rooses (7 dln. 1907-09).

< >