onbep. w., lichamelijke oefening bestaande in het opheffen van zware gewichten.
(e) Als tak van sport hoort gewichtheffen tot de ➝krachtsporten. Als sport is gewichtheffen het tillen van een last (de halter) boven het hoofd volgens vastgestelde technieken: trekken, drukken en stoten. Bij het trekken wordt de halter in een vloeiende beweging vanaf de vloer boven het hoofd gebracht totdat de armen zijn gestrekt. De gewichtheffer mag de benen spreiden of buigen. Nadat hij de halter boven het hoofd heeft gebracht, krijgt hij de gelegenheid in de goede eindhouding te komen (het herstel). Uiteindelijk moet hij zonder de armen te buigen rechtop komen te staan met de voeten naast elkaar, onbeweeglijk, totdat de scheidsrechter het sein geeft dat de gewichtheffer de halter naar de grond mag brengen.
Bij het drukken en stoten brengt de gewichtheffer de halter in een vloeiende beweging tot aan de schouders. Buigen en spreiden van de benen is toegestaan. Vervolgens moet hij, zonder de halter ten opzichte van zijn lichaam te verplaatsen, rechtop gaan staan met de voeten naast elkaar. Hiermee is het drukken voltooid. Tenslotte stoot hij de halter boven het hoofd, totdat de armen zijn gestrekt, terwijl het overige lichaam onbeweeglijk blijft. Na een sein van de scheidsrechter mag de halter weer naar de grond worden gebracht.
Bij elk van de onderdelen mag de gewichtheffer bepalen met welk gewicht hij wil beginnen. Na elke geslaagde poging vervolgt hij de wedstrijd, waarbij in de volgende poging ten minste vijf kg meer geheven dient te worden. Alleen voor zijn laatste poging mag de gewichtheffer een gewichtsvermeerdering van 2,5 kg kiezen. Elke deelnemer mag per halterzwaarte drie pogingen ondernemen. Winnaar is diegene die het hoogste gewicht op geldige wijze geheven heeft; indien twee deelnemers gelijk eindigen, wint de gewichtheffer die zelf het lichtst in gewicht is. De halter bestaat uit een staaf, aan de uiteinden verzwaard met gewichten, aan beide zijden even zwaar.
De afstand tussen de gewichten bedraagt 1,31 m. De gewichten zijn ronde schijven, waarvan de zwaarste (25 kg) een diameter heeft van 45 cm. Het gewichtheffen wordt beoefend op een podium van 4 m x 4 m onder toezicht van drie scheidsrechters, die over de juiste uitvoering van de heffing bij meerderheid beslissen.
Men onderscheidt negen categorieën.