Belg. uitkering aan mannen en vrouwen die resp. 65 of 60 jaar oud zijn (wet van 1.4.1969). Het is een louter residuaire uitkering, vermits het basisbedrag alleen wordt toegekend voorzover de persoonlijke bestaansmiddelen van de aanvrager niet hoger liggen dan een bepaald vrijgesteld maximumbedrag.
Op 1.8.1977 bedroeg het gewaarborgd inkomen voor bejaarden per jaar BF115571 voor gezinnen en BF83651 voor alleenstaanden. Meer algemeen werd een bestaansminimum ingesteld (wet van 7.8.1974) waarvan het bedrag op 1.1.1976 op hetzelfde niveau als het gewaarborgd inkomen werd gebracht. Het wordt toegekend aan iedere meerderjarige Belg, die zijn werkelijke verblijfplaats in België heeft en die geen toereikende bestaansmiddelen heeft, noch in staat is deze hetzij door eigen inspanningen, hetzij op een andere manier te verwerven. De uitvoering is toevertrouwd aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.