o. (-en), handvat van een slag-, stootof steekwapen.
(e) Een gevest is dikwijls zodanig van ribbels voorzien, dat de vingers het goed kunnen omsluiten. Het gevest van een ➝bajonet had aanvankelijk een zodanige vorm, dat de bajonet na het laatste schot van het geweer in de loop kon worden geplaatst zodat een stootwapen ontstond. Tegenwoordig bezit het gevest van een bajonet een voorziening (bajonetsluiting) om het gevest aan de loop van een geweer te kunnen bevestigen.