beelden die op een vaste plaats op het netvlies gelegen zijn en daardoor na enkele seconden niet meer waargenomen worden. Men kan gestabiliseerde beelden laten ontstaan door een voorwerp met behulp van een lensje die beide vast verbonden zijn met de oogbal, af te beelden op het netvlies.
Bij elke ➝oogbeweging bewegen het voorwerp en het lensje mee en blijft het beeld dus op dezelfde plaats van het netvlies. Normaliter heeft een oogbeweging tot gevolg dat de omgeving op het netvlies verschuift, bij gestabiliseerde beelden is dit niet het geval. Dit effect maakt o.a. dat men niet voortdurend een rood beeld van het vóór het netvlies gelegen netwerk van bloedvaten ziet. Gewaarwordingen blijken te moeten wisselen om tot waarnemingen te kunnen leiden.
