m. (-s), teller, opgesteld in een telefooncentrale, die het aantal gesprekseenheden per abonnee registreert.
(e) De gesprekkenteller bestaat uit een telwerk met vijf cijferwieltjes (maximaal 100000 eenheden). Het telwerk wordt voortgeschakeld door een elektromagneet die door elektrische impulsen wordt bekrachtigd. Elke telimpuls komt overeen met een ➝gesprekseenheid. De gesprekkentellers zijn in een rek bij elkaar geplaatst in groepen van 100 stuks. Teneinde de gesprekskosten voor de abonnee te kunnen berekenen, worden de gesprekkentellers periodiek gefotografeerd en de foto’s vergeleken met de overeenkomstige opname van de vorige periode. In de semi-elektronische telefooncentrales komt de gesprekkenteller als zodanig niet meer voor. De gesprekseenheden worden in een geheugen vastgelegd en voor afrekening met de abonnee uitgelezen.
litt. D.van Hemert en J.Kuin, Automatische telefonie (6e dr. 1968).