1. bn., van, uit Georgië; 2. zn., o., de Georgische taal (e).
(e) Het Georgisch is de voertaal van de s s r Georgië. Met ruim 3,5 mln. sprekers is het Georgisch numeriek de belangrijkste van de >Kaukasische talen, en de enige met een lange schriftelijke traditie. De oudere teksten zijn geschreven in het tot in de 19e eeuw gebruikte choetsoeri (kerkelijk schrift), de latere in het in de 20e eeuw gangbare mchedroeli (krijgersschrift). Dit schrift is strikt fonetisch: ieder schriftteken correspondeert met één klank. Hoewel hierdoor en door de eenvoudige regels voor de klemtoon, de uitspraak nauwkeurig is vastgelegd, vormen de veelvuldig voorkomende opeenhopingen van consonanten een struikelblok voor nietGeorgiërs. Ook de grammatica vormt een moeilijkheid.
Het zelfstandig naamwoord is ondanks zeven naamvallen overzichtelijk dank zij een zeer eenvoudige en regelmatige meervoudsvorming en het ontbreken van grammaticaal geslacht. Het werkwoord is door vele aspecten en modi, die uitgedrukt worden door een systeem van suffixen, prefixen en infixen, bijzonder ingewikkeld, zie Georgië, CULTUUR, litteratuur.
LITT. M.Marr en M.Brière, La langue géorgienne (1931); K.Tschenkeli, Einführung in die georgische Sprache (1958).
