genootschap opgericht in 1912 met twee secties, een mijnbouwkundige en een geologische sectie, in 1964 uitgebreid met een geofysische kring. In 1969 werd, mede in verband met de mijnsluiting in Zuid-Limburg, een reorganisatie doorgevoerd, waarbij de secties vervielen en regionale afdelingen (Limburg en Noord-Nederland) werden ingesteld.
Het aantal kringen werd uitgebreid. Er zijn, naast de geofysische kring, de geochemische (1968), palynologische (1968), hydrologische (1970), mineralogische enpetrologische (1970), sedimentologische (1971), ingenieursgeologische (1974), delfstofkundige (1974) en geomorfologische (1975) kring. Het Genootschap tracht zijn doel (o.a. het bevorderen van de aardkundige en mijnbouwkundige wetenschappen en technieken) te bereiken o.a. door het uitgeven van Verhandelingen, het tijdschrift Geologie en Mijnbouw en andere publikaties, o.a. de Geologische overzichtskaart van Nederland (1:200000) en de viertalige Geological nomenclature (1959), die, uitgebreid met Spaans, herzien wordt.