Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gemaal

betekenis & definitie

o. (-malen),

1. het telkens of aanhoudend malen (van molens en waterwerktuigen);
2. hoeveelheid graan of oliezaad die ineens gemalen wordt;
3. inrichting tot het bemalen van een polder (e); ook groep molens.

(e) Een gemaal (in België ook: pompstation) is nodig wanneer bepaalde gronden niet of in onvoldoende mate het overtollige water langs natuurlijke weg op het buitenwater kunnen lozen. Ook worden gemalen ingericht om water in te malen ter verversing van verontreinigde of verzilte watergangen of tot verbetering van het waterpeil in droge gebieden. De aandrijvende kracht was vroeger wind, in de 19e eeuw stoom, thans olie en elektriciteit. Het opvoerwerktuig (➝bemalingswerktuig) was vroeger het scheprad, thans vijzel, centrifugaalpomp of schroefpomp. Voor kleine polders worden soms nog in staal geconstrueerde veelwiekige windmotoren gebruikt. In het algemeen worden schroefpompen toegepast bij opvoerhoogten tot 4 m en centrifugaalpompen bij grotere hoogten.

De capaciteit is het volume uitgeslagen (naar buiten gepompt) water per tijdseenheid, meestal behorende bij de meest voorkomende opvoerhoogte. Bij maximale opvoerhoogte is de capaciteit dus gewoonlijk lager. Onder opvoerhoogte wordt dan verstaan het verschil tussen binnen-en buitenwater (geodetisch hoogteverschil). Het bij de pomp af te lezen (manometrische) hoogteverschil is groter wegens de drukverliezen in zuigen persbuizen, resp. leidingen of kanalen. Ter bescherming van waaier of pomprad worden drijvende en zwevende voorwerpen voor het gemaal tegengehouden door krooshekken, die regelmatig met kroosharken of een mechanische kroosreinigingsinstallatie moeten worden schoongemaakt. Gemalen zijn toegerust met schuiven of kleppen om te voorkomen, dat bij stilstaande pomp(en) het water naar de polder kan terugvloeien.

Gemalen worden ook vaak toegepast bij rioolbemaling ter afvoering van stedelijk afvalwater. In de lage landen, zowel Nederland als België, vindt het gemaal ruim toepassing voor de afvoer van regenwater uit polders. litt. L.Monhemius, Historisch overzicht van de polderbemaling in Nederland (in: Land en water, 4, 1967).

< >