v., de toepassing van infra-en ultrageluidsgolven voor geneeskundige doeleinden. (e) Bij de geluidstherapie wordt vooral ultrageluid (1 — 10 MHz) toegepast. Het effect van ultrageluid is vooral mechanisch: de geluidsgolven zijn longitudinale golven die een zeer snelle beweging van de moleculen van het behandelde weefsel veroorzaken.
Door ➝interferentie kan zelfs holtevorming optreden, en daardoor weefselbeschadiging. Vooral groeiend weefsel is gevoelig voor geluidsgolven. Verder is er een chemisch effect: er kan oxidatie optreden. Van groot belang in de geneeskunde is ook het optredende warmte-effect, vooral op die plaatsen waar door een verandering van de dichtheid van de weefsels reflectie ontstaat. Ultrageluidsgolven worden gemakkelijk in lucht geabsorbeerd. Voor de toediening is dan ook een contactmedium (vloeibare paraffine, gelatine, water) vereist tussen het te behandelen lichaamsdeel en de stralingskop van het apparaat.Geluidstherapie wordt wel toegepast bij letsels zoals verstuiking, bij zenuwpijnen en bij bepaalde reumatische aandoeningen zoals peesschede-ontsteking. Ultrageluid wordt steeds veelvuldiger toegepast bij de diagnostiek. ➝echografie. litt. J.Lehmann, Die Therapie mit Ultraschall und ihre Grundlagen (1951); R.Pohlmann, Die Ultraschalltherapie (z.j.).