[➝Fr.], v./m. (-en),
1. het gekookte sap van vlees of van andere dierlijke substantie tot een weke, lillende massa gestold: van kalfsbeenderen, van hertshoorn;
2. ingedikt en stijf geworden sap van met suiker gekookte vruchten; meestal in samenst.: aalbessengelei, appelgelei; (ook) rum-, punchgelei, rum of punch met suiker, door gelatine stijf gemaakt;
3. dikke, weke substantie in het algemeen.