Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

geldillusie

betekenis & definitie

v., de illusie dat een bepaalde hoeveelheid geld in relatie tot een bepaalde hoeveelheid goederen overal en altijd dezelfde waarde heeft.

(e) Bij geldillusie laat men zich niet leiden door reële, maar door nominale grootheden (prijzen, inkomens, e.d.). Als het prijsniveau tegelijk met nominale inkomens (lonen, salarissen, pensioenen, winsten) stijgt, realiseren slechts weinig economische subjecten zich, vooral in perioden van geringe ➝inflatie, dat hun reële inkomen (of levensstandaard) niet dezelfde verbetering vertoont als hun nominale inkomen, maar de prijsstijging (d.i. de daling van de geldwaarde of koopkracht) in mindering moet worden gebracht. Aldus ontstaat de illusie van voortdurend toenemende welvaart. Vooral in tijden van sterke inflatie evenwel, zoals na de Eerste Wereldoorlog en in de laatste decennia, wordt men zich van de geldillusie bewust en worden pogingen ondernomen aan het ‘geld is geld’-adagium te ontkomen, o.a. door waardevaste verzekeringen, het waardevast maken van inkomens door formele koppeling aan een prijsindexcijfer (➝indexering), het verlangen/geven van prijscompensatie of het dienovereenkomstig stijgen van de nominale ➝rente (➝Gibson-paradox).

LITT. D.Patinkin, Money, interest en prices (1967).

< >