Ned. dichter en tekenaar, 12.9.1917 Amsterdam, ♱8.3.1974 Amsterdam. Van Geel leverde vanaf 1958 bijdragen voor de tijdschriften De Gids, Tirade en Barbarber.
Hij werkte veelal samen met letterkundigen die hij zijn werk liet becommentariëren alvorens het te publiceren. Zijn gedichten, waarin hij nauwgezette beschrijvingen van planten, dieren en landschappen geeft, dienen niet slechts beschouwd te worden als natuurpoëzie, maar hebben vaak ook symbolistische waarde. Van Geel is ook als beeldend kunstenaar werkzaam geweest (tentoonstellingen in het Stedelijk Museum Amsterdam, 1961—62, en dat van Alkmaar, 1973). Werken: Spinroc en andere verzen (1958), Uit de hoge boom geschreven (1967), Negatieve zinnen (1969), Enkele gedichten (1973). Uitgave: Vluchtige verhuizing, door E.de Waard en T.van Deel (1975).LITT. C.J.van Geel-nummer (Raam nr. 102,1974).
