(Arabisch: Ghazzah), stad in het zuidwesten van Palestina, in de Strook van Gaza (370 km2,
365 000 inw.), hoofdstad van het Israëlische militaire gouvernoraat van Gaza en de noordelijke Sinaï, 118000 inw. De landbouw is een belangrijk bestaansmiddel (citrusvruchten, groenten, tarwe, olijven). Lichte industrie, o.a. textielindustrie.
GESCHIEDENIS. De stad, die altijd de schakel heeft gevormd tussen Egypte en de gebieden ten oosten van de Middellandse Zee, is bekend sinds 2000 v.C. In de 15e eeuw v.C. legde Thoetmosis III er een Egyptisch garnizoen. Later werd Gaza Filistijns (ca.1200 v.C.); in die tijd speelde de stad een rol in de geschiedenis van →Simson (Recht. 16). Na in Israëlische, Assyrische, Egyptische en Perzische handen te zijn geweest, werd het door Alexander de Grote veroverd (332 v.C.). Gaza, in de hellenistische en Romeinse tijd een belangrijke handelsstad, werd in 635 Arabisch.
Van de Eerste Wereldoorlog tot 1948 maakte de Strook van Gaza deel uit van het Britse mandaatgebied Palestina. Vervolgens werd het gebied tot 1967 door Egypte bestuurd (met uitzondering van de bezetting door Israël in 1956—57). In de Zesdaagse Oorlog (1967) nam Israël de Strook van Gaza opnieuw in bezit.