Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gastheer

betekenis & definitie

m. (-heren),

1. de heer des huizes in betrekking tot de persoon die hij als gast bij zich ontvangt;
2. organisme waarop of waarin een ander organisme of virus zich kan ontwikkelen en vermeerderen;
3. (scheikunde) rooster waarin gasmoleculen voorkomen.

< >