m.,
1. druk of spanning van gas;
2. de druk van de verbrandingsgassen van de voortdrijvende lading achter een projectiel (e).
(e) Er treedt een sterke vergroting van de gasdruk op bij het afvuren van een wapen; de vlam van de ➝ ontstekingsdop ontsteekt de voortdrijvende lading, waardoor deze in een zeer korte tijd in gas overgaat. Op een zeker ogenblik bereikt de gasdruk een zodanige waarde, dat het projectiel vanuit de kamer van het wapen via de loop naar buiten wordt gedrukt. De gasdruk waarbij dit het geval is, wordt forceerdruk genoemd. De forceerdruk bedraagt afhankelijk van het type wapen 15-20 N/mm2 (150200 at). Tijdens de beweging van het projectiel door de loop neemt de gasdruk door de voortgaande verbranding en de stijgende temperatuur geleidelijk toe, zodat het projectiel een versnelde beweging krijgt. De maximumgasdruk wordt bereikt op het tijdstip, waarop het projectiel het uiteinde (de monding) van de loop verlaat.