Federico, Spaans dichter, *5.6.1898 Fuentevaqueros (Granada), ♱ (gefusilleerd) 19.8. 1936 Viznar (Granada). Lorca studeerde letteren en rechten te Granada.
In 1919 ging hij naar Madrid, waar hij de cursussen volgde van de Residencia de Estudiantes. Al spoedig was Lorca het middelpunt van het litteraire leven in de hoofdstad. Hij schreef muziek, schilderde, dichtte en regisseerde toneel. In Lorca’s gedichten (waarvan er maar weinige direct begrijpelijk zijn) komen de meest fantastische beelden en metaforen voor, die soms gebruikt worden om de realiteit te verhullen. Ze zijn structureel op uiterst knappe wijze in elkaar gezet en voldoen technisch aan de hoogste eisen. Niet alleen als dich-ter is Lorca bekend geworden.
Zijn grote toneelstukken die hij van 1931—36 schreef, maakten hem wereldberoemd. Het zijn landelijke stukken, waarin de leefgewoonten en de tradities van de plattelandsbevolking worden beschreven en waarin vrouwen bijna altijd de hoofdrollen vervullen. Bij het begin van de Spaanse Burgeroorlog werd Garcia Lorca door rechtse elementen gefusilleerd. Werken: poëzie: Libro de poemas (1920), Canciones (1924), Romancero gitano (1928; over de zigeuners),Poema de Cante Jondo (1931), Diwan del Tamarit (1936); toneel: El maleficio de la Mariposa (1920), Bodas de sangre (1933), Yerma (1934), Dona Rosita Soltera (1935), La casa de Bernarda Alba (1936). Uitgave: Obras completas (1960). litt. G.Diaz Plaja, Federico Garcìa Lorca (1948); R.G.Sanchez, Garcìa Lorca, estudio sobre sutéatro (1950); M.Babin, El mundo poético de F.Garcìa Lorca (1954); F.Nourissier, F.Garcìa Lorca dramaturge (1955); J.L.Schonberg, F.Garcìa Lorca, l’homme, l’oeuvre (1956); J.Guillén, F.Garcìa Lorca en persona (1959); F.Zardoya, La técnica metafórica de F.Garcìa Lorca (1961); B.Frazier, La mujer en la obra de F.Garcìa Lorca (1965); C.W.Cobb, F.Garcìa Lorca (1967); E.Huber, Garcìa Lorca, Weltbild und metaphorische Darstellung (1967) ;M.
Auclair, Enfance et mort de Garcìa Lorca (1968); R.C. Allen, Psyche and Symbol in the theatre of F. Garcìa Lorca (1974); J.L.Vila-San Juan, Garcìa Lorca, asesinado: toda la verdad (1975).
