Italiaanse wet van 13.5.1871, waarbij , gezien vanuit het koninkrijk Italië, de verhouding van deze staat tot de Heilige Stoel werd vastgelegd. De wet werd door de paus nimmer erkend.
Zij behelsde o.a.: de persoon van de paus is heilig en onschendbaar, evenals zijn paleizen en concilies (niet toegankelijk voor Italiaanse ambtenaren); postzendingen en telegrammen, aan de paus gericht, genieten dezelfde voorkeur als die van koning en staat; de paus is gerechtigd een lijfgarde te houden; hij ontvangt jaarlijks 3,2 mln. lire van de Italiaanse staat. De Garantiewet verviel door het ➝Lateraans Verdrag van 1929.