Hamitisch volk in Zuidwest-Ethiopië. De Galla waren een rondtrekkend herdersvolk, dat in de 16e—17e eeuw het Ethiopisch plateau onveilig maakte. De sociale organisatie was weinig gestratificeerd en gebaseerd op leeftijdsgroepen. Iedere man doorliep in zijn leven de vijf leeftijdsgroepen van elk acht jaar. De vierde groep was verantwoordelijk voor het bestuur van de stam; de vijfde had een adviserende taak.
De Galla in de meer vruchtbare gebieden (Sidamo) zijn overgegaan op de landbouw. Bij deze gevestigde Galla heeft het systeem van leeftijdsgroepen plaatsgemaakt voor een systeem met erfelijke functies, waaruit uiteindelijk de vijf Galla-monarchieën zijn ontstaan, waarvan de belangrijkste was die van Limu-Enarea onder Abba Begibo (1825—61). De bevolking leefde in kleine dorpen; rond de residentie van de koning ontstonden grotere dorpen en steden. Aan het einde van de 19e eeuw zijn de Galla-rijken uiteengevallen. In 1960 bedroeg het aantal Galla 2,5 mln.