v./m. (mv.), (ook: bushbaby’s), een subfamilie van halfapen uit Afrika.
(e) De galago’s, Galaginae, omvatten in totaal zes soorten. Het zijn voornamelijk nachtdieren, gekenmerkt door grote ogen, grote opvouwbare oren (vaak sociale holbewoners) en lange staarten, die bij het springen als balanceerorgaan dienst doen. De soorten variëren in grootte van 33 cm (plus 35 cm voor de staart; reuzengalago of -bushbaby, Galago crassicaudatus) tot 14 cm (plus 16 cm voor de staart; dwerggalago, Galagoides demidovi). Galago’s zijn lang en zijdeachtig behaard. Het zijn goede klimmers en springers die in het algemeen in het oerwoud voorkomen of tenminste aan het voorkomen van bomen gebonden zijn. Het voedsel bestaat vooral uit insekten; de grote soorten eten ook kleine vogels, vogeleieren en hagedissen; verder ook vruchten en ander plantaardig materiaal.
Galago’s kunnen een geluid voortbrengen dat sterk aan het gehuil van een zuigeling doet denken, vandaar de naam bushbaby. De draagtijd is ca. vier maanden, 1–2 jongen per worp, maximum leeftijd in dierentuinen 10–14 jaar. De galago’s zijn het naast verwant aan de →lori’s, maar zijn in tegenstelling tot deze trage halfapen buitengewoon beweeglijk; vooral de dwerggalago kan zich razend snel springend door de bomen voortbewegen.