Indonesisch Iandschap in het noorden van Sumatra, in de prov. Atjeh, ca. 13.500 km2, 100.000 inw.
Het gebied, rond het Centrale Gajo Gebergte, kent in het bergland een dichte begroeiing (woud); de brede dalen hebben vlakten met grote grasvelden (blang) die bestaan uit alang-alang (hoog gras), varens, rododendronachtigen en naaldbomen. De bevolking (Gajo’s) leeft van eenvoudige landbouw (brandcultuur) en wat veeteelt.