Oudfranse trouvère, *ca.H65 Brie (?), †na 1213. Gace Brulé verbleef aan het hof van Marie van Champagne, het belangrijkste litteraire centrum van die tijd, waar hij ➝Chrétien de Troyes en ➝Conon de Béthune leerde kennen.
Later maakte hij tournees langs diverse hoven, o.a. in gezelschap van ➝Blondel de Nesle. Van hem zijn ca. 60 gedichten bewaard, vrijwel uitsluitend minneliederen, die alle hoofse thema’s aan bod laten komen in een verheven, enigszins monotone, maar smaakvolle vorm. Uitgave: door H.Petersen Dyggve (1951).