Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fytohormoon

betekenis & definitie

o. (-monen), organische verbinding die de ontwikkeling en de groei van de plant regelt.

(e) Aan het samenspel van de fytohormonen is het te danken dat bloei, bladen vruchtval en knoprust in het geschikte jaargetijde optreden. Het niet uitlopen van de knoppen aan de bomen in de winter en het wèl uitlopen in het voorjaar worden door een verschuiving in de concentratieverhouding van twee hormonen bepaald: ➝abscissinezuur en ➝gibberellinezuur, die hier antagonistisch werken. De knoprust in de winter wordt gehandhaafd door abscissinezuur en het uitlopen in de lente wordt geïnduceerd door gibberellinezuur.

Ook het tijdstip van de bladen vruchtval wordt bepaald door een dergelijk antagonisme, nl. tussen abscissinezuur en ➝auxine. Door bespuiting van vruchtbomen met auxine kan ontijdige vruchtval voorkomen worden. Bij de kieming van zaden spelen behalve bovengenoemde hormonen ook de ➝cytokininen een rol.

< >