Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Fröbel

betekenis & definitie

Friedrich Wilhelm August, Duits pedagoog, *21.4.1782 Oberweissbach (Thüringen), ♰21.7.1852 Liebenstein (Thüringen). Na een studie in de natuurwetenschappen en het uitoefenen van diverse beroepen was Fröbel van 1808—10 medewerker aan Pestalozzi’s instituut te Yverdon.

Zijn ideeën stoelen op een romantisch-pantheïstische filosofie: de menselijke natuur is evenals alle natuur uitdrukking van goddelijke activiteit. Hij benadrukt voortdurend de eenheid tussen mens en wereld (d.i. natuur), waarin de mens moet leven om tot innerlijke harmonie te komen. Het beste symbool voor de eenheid van alle dingen, die goddelijk is, is de ronde bal (vandaar dat Fröbel van alle kinderspeelgoed aan de bal de belangrijkste opvoedende waarde hecht). Deze gedachten van goddelijke werkzaamheid in en goddelijke eenheid van de natuur staan centraal tot in de kleinste uitwerking van zijn opvoedingsideeën toe. In 1816 stichtte hij zijn opvoedingsinrichting te Griesheim bij Darmstadt. Deze school toonde grote overeenkomst met de tegenwoordige Landerziehungsheime: er werd een grote plaats ingeruimd aan lichaamsoefeningen en de lessen werden afgewisseld met handenarbeid en tuinwerk.

In deze tijd schreef Fröbel zijn hoofdwerk, Die Menschenerziehung. In 1831 stichtte hij op uitnodiging van Schnyder een opvoedingsinrichting te Wartensee (Zwitserland). In 1835 droeg de Berner regering hem de leiding op van het weeshuis te Burgdorf. Naar Duitsland teruggekeerd, stichtte hij in 1837 te Blankenburg een inrichting, waar kleuters hun spelaanleg konden ontwikkelen en tegelijk reeds een zelfwerkzaamheid konden bereiken (Kindergarten). Tenslotte stichtte hij in 1849 te Liebenstein een inrichting voor ‘ontwikkelend-opvoedende mensenvorming’, tot opleiding van Kindergärtnerinnen. In 1851 werd zijn gezondheid geknakt door het verbod van de Kindergarten in het koninkrijk Pruisen.

Werken: Die Menschenerziehung (1826), Mutterund Koselieder (1844), Die Paedagogik des Kindergartens, Autobiographie und kleinere Schriften (z.j.). Uitgave: Gesammelte pädagogische Schriften, door W.Lange (3 dln. 1862—74; herdr. 1966), Kleine pädagogische Schriften, door A.Reble (1965).LITT. J.M.Telders en F.L.de Haan, Fröbels plaats in de moderne onderwijssystemen (1956); E.Spranger, Aus F.Fröbels Gedankenwelt (4e dr. 1964); H. Heiland, Die Symbolwelt F.Fröbels (1967); H. Heiland, Lit. und Trends in der Fröbelforschung (1972).

< >