Oostenrijks dierkundige, *20.11. 1886 Wenen. Von Frisch was hoogleraar dierkunde aan verschillende Duitse en Oostenrijkse univeristeiten, het langst te München.
Hij behoort met H. J.Jordan e.a. tot de grondleggers van de hedendaagse dierfysiologie. In 1924 richtte hij (tezamen met A.Kühn) het Zeitschrift für vergleichende Physiologie op. Zijn belangrijkste onderzoekingen liggen op het gebied van de zintuigfysiologie bij vissen en bijen. Zijn ontdekking en ontraadseling van de ‘bijentaal’ verschaften hem wereldvermaardheid. Al is hij met zijn uitspraken en conclusies soms wat onvoorzichtig gebleken, toch blijven zijn waarnemingen van groot gewicht.
Werken: Aus dem Leben der Bienen (1927, 6e dr. 1959; Ned. vert. De honingbij), Du und das Leben (1936, laatste dr. 1966; Ned. vert. Gij en het leven), Erinnerungen eines Biologen (1957), Biologie (2 dln. 1960—61), Tanzsprache und Orientierung der Bienen (1965).
