Duits politicus, *12.3.1877 Alsenz, ♱(terechtgesteld) 16.10.1946 Neurenberg. Frick studeerde rechten. Van 1917—23 werkte hij bij de politie te München, maar werd ontslagen wegens begunstiging van Hitlers putsch.
In 1924 kwam hij voor de nazi’s in de Rijksdag. Van 1930—31 was hij minister van Binnenlandse Zaken en Onderwijs van Thüringen. In deze laatste hoedanigheid gaf hij een voorproefje der ‘Kulturpolitik’ van het Derde Rijk, waarin hij van 1933—43 als minister van Binnenlandse Zaken fungeerde. Frick had een belangrijk aandeel in de rassenwetten van 1935. Hij was van 1943—45 rijksprotector van Bohemen-Moravië. In 1946 werd hij door de Geallieerden ter dood veroordeeld en opgehangen.Litt. H. Krebs, Tendenzen und Gestalten der NSDAP (1959).