[Eng.], bn., niet in vast dienstverband. Oorspronkelijk gold de aanduiding free-lance voor condottieri of leiders van ongeregelde benden.
Later ook voor een ‘wilde’ (niet tot enige partij behorend lid) in het parlement. Thans wordt de term free-lance vooral gebruikt voor beoefenaars van de zgn. creatieve beroepen, m.n. publicisten, die niet in vast dienstverband werken.