sir James George, Schots filoloog en etnoloog, *1.1.1854 Glasgow, †7.5.1941 Cambridge. Frazer studeerde klassieke talen, maar wijdde zich later geheel aan de etnologie en de godsdienstwetenschap.
In 1907 werd hij hoogleraar te Liverpool, in 1921 te Cambridge. Zijn belangrijkste werk is The golden bough, een opeenhoping van gegevens. De religie ziet hij als een fase tussen magie en wetenschap. De oorsprong van deze verschijnselen zoekt hij in een behoefte aan verklaring bij de mens. Zijn methode is dus evolutionistisch, zijn interpretatie van het verschijnsel magie rationalistisch. Werken: The golden bough (13 dln. 1890; 3e dr. 1951), Totemism and exogamy (4 dln. 1910), The belief in immortality (3 dln. 1913-24).LITT. T. Besterman, A bibliogr. of J.G. Frazer (1934); R.H. Lowie, The hist. of ethnol. theory (1937); R. Numelin, J.G.
Frazer (1941); E. Leach, On the founding fathers (in: Current anthrop. 7; 1966).