[Fr.], v.,
1. (-turen), (geneeskunde) zie beenbreuk;
2. gotische drukletter die zich door ‘gebroken’ vormen en enkele speciale letters onderscheidt van de zgn. antiqua.
De fractuur is ontstaan uit het in de 15e eeuw gebruikelijke gotische schrift. Aanvankelijk genoot de fractuur in alle Germaanse en ook in sommige Slavische landen de voorkeur. Zij is, ook in Duitsland en Zwitserland, nagenoeg verdwenen, al worden er soms weer pogingen in het werk gesteld deze lettervorm te doen herleven.