Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fort

betekenis & definitie

[Fr., sterkte], o. (-en),

1. gesloten, aan alle zijden verdedigbaar, duurzaam vestingwerk;
2. (g. mv.), sterke zijde, meestal met ontkenning gebruikt: dat is zijn — niet, daarin munt hij niet uit. Een fort is veelal een onderdeel van een verdedigingslinie, verdedigingsstelsel of -stelling, uitsluitend bewoond door de bezetting, en bestemd om de vijand met de eigen hulpkrachten, die variëren naar gelang van de aard van het fort, tegen te houden, zie vesting.

< >