[Lat.], v./m., (geneeskunde) tang; m.n. verlostang.
De forceps wordt gebruikt om de baring te beëindigen wanneer de uitdrijving niet vordert en de optimale tijd, waarbinnen het kind geboren moet zijn, gaat verstrijken. De forceps bestaat uit twee helften die ieder om het hoofd van het kind gelegd worden, zodat de druk op de schedel gelijkmatig wordt verdeeld en de kans op afglijden klein is; bovendien past de forceps goed in het baringskanaal.