Vlaams filoloog, *9.7.1853 Brugge, ♰27.6.1931 Brugge. De Flou was ambtenaar bij het provinciaal bestuur, als filoloog was hij autodidact.
Zijn levenswerk was het Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu (18 dln. 1914-38; herz. uitgave 1953; met aant. door F.Rommel), een ongewoon rijke verzameling toponymisch materiaal. Werken: Beschrijving van Middelned. en andere handschriften die in Engeland bewaard worden (1895—97; met E. Gailliard), Levensschets van Guido Gezette (1901), Die bedudinghe naden sinne van Sunte Augustijns Regule (1901; tekstuitgave).