o. (-en), 1. fijne, uit wol of zijde los geweven stof die door koken in water (krippen) een eigenaardig uiterlijk verkrijgt, krip, m.n. zwart krip als rouwstof; (gew.) fluweel;
2. (fig.) bedekkende sluier: een — van nevels; over zijn verder leven hangt een —; een — voor de ogen krijgen.
3. o., de haartjes op de grond van het fluweel, pool.