Frans politicus, *12.4.1889 Parijs, ♱13.6.1958 Saint-Jean-Cap-Ferrat. Flandin was advocaat en van 1914-40 lid van de Kamer van Afgevaardigden.
Na de Eerste Wereldoorlog maakte hij deel uit van diverse kabinetten. Van 1934—35 was hij premier. Toen Duitsland in 1936 overging tot remilitarisatie van het Rijnland, was Flandin minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Sarraut. Flandin legde zich neer bij de Engelse weigering gewapend op te treden tegen Duitsland. Daarna identificeerde hij zich steeds meer met de appeasement-politiek. Na de Franse capitulatie tijdens de Tweede Wereldoorlog was Flandin van dec. 1940—febr. 1941 minister van Buitenlandse Zaken in de Vichyregering.
Hij toonde zich echter weinig inschikkelijk tegenover de Duitsers. In 1943 werd hij in Algiers gearresteerd door de regering-De Gaulle. In 1946 werd hij tot vijf jaar ‘indignité nationale’ veroordeeld, maar kreeg onmiddellijk gratie. In 1950 werd hij voorzitter van de conservatieve Alliance Démocratique. Mémoires: Politique française 1919-40 (1947).