Amerikaans schrijver, *24.9.1896 Saint Paul (Minnesota), ♱21.12. 1940 Hollywood. Fitzgerald studeerde aan de universiteit van Princeton, waar hij in contact kwam met de Amerikaanse upper class.
Hij werd gefascineerd door de zeer rijken, en leidde zelf een playboy-achtig leven nadat zijn eerste boek, This side of paradise, hem rijk had gemaakt. Desondanks was Fitzgerald een bijzonder serieus schrijver, die de oppervlakkige wuftheid en het gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef van de jaren na de Eerste Wereldoorlog blootlegde. Met Hemingway en Faulkner behoort hij tot de belangrijkste Amerikaanse schrijvers van de periode na 1920. Werken: romans: This side of paradise (1920), The beautiful and the damned (1922), The great Gatsby (1925; verfilmd 1926, 1949, 1974), Tender is the night (1934), The last tycoon (1941); verhalen: Flappers and philosophers (1920), Tales of the Jazz Age (1922), All the sad young men (1926), Taps at reveille (1935). Uitgaven: The crack-up, door E.Wilson (1945); Letters, door A.Turnbull (1963); Bits of paradise (1976).LITT. J.E.Miller, F.S.Fitzgerald (1964); A.Mizener, The far side of paradise (1965); H.D.Piper, F.
S.Fitzgerald (1965); M.R.Stern, The golden moment (1970); MJ.Bruccoli, F.S.Fitzgerald (1972); J.Donkers, De namiddag van een schrijver (1976).
