Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fiscaal (fiskaal)

betekenis & definitie

[Lat.],

I. bn. en bw., de fiscus betreffend: — recht, belastingrecht; fiscale rechten, inen uitvoerrechten die ten bate van de schatkist worden geheven (tegenover beschermende rechten); een fiscale executie, wegens verschuldigde belasting; een fiscale opvatting, eenzijdig op de belangen van de fiscus lettend;

II. zn. m. (-calen), 1. rechterlijk ambtenaar die voor de belangen van de souverein of voor de rechten van de fiscus waakte; 2. openbare aanklager bij een krijgsraad van de Ned. zeemacht, in positie vrijwel gelijk aan de auditeur-militair.

< >