Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

filmmuziek

betekenis & definitie

v., muziek speciaal voor een film geschreven.

Filmmuziek vormt de muzikale begeleiding en ondersteuning van gefilmde beelden. Aanvankelijk werd de muziek in de bioscoop uitgevoerd door een pianist, een klein ensemble of ook wel door een theaterorkest. Filmmuziek, vooraf opgenomen, vormt samen met dialoog en geluidseffecten een vrijwel vast onderdeel van de geluidsband. Het muziekrepertoire in de stomme-filmperiode varieerde van stemmingsvolle improvisaties van een pianist tot volledig uitgeschreven partituren van componisten als Arthur Honegger, Darius Milhaud en Dmitri Sjostakovitsj. Als overgang naar de geluidsfilm werd korte tijd met grammofoonplaten geëxperimenteerd: de firma Warner Brothers lanceerde in 1926 het vitaphone sound-on-disc-systeem. Toen de geluidsfilm eenmaal een feit was, creëerden de grote maatschappijen hun eigen muziekafdelingen en trokken componisten aan.

Men begon selectiever, d.w.z. op dramatische momenten of bij bepaalde overgangen in het verhaal, van filmmuziek gebruik te maken. Belangrijke Hollywoodcomponisten: Max Steiner (King Kong, 1933), Frederick Hollander (Desire, 1936), Miklos Rozsa (Spellbound,

1945), Franz Waxman (Sunset Boulevard, 1950), Dmitri Tiomkin (High noon, 1952), Victor Young (Three coins in the fountain, 1954), Alfred Newman (Love is a many-splendored thing, 1955), George Antheil (The pride and the passion, 1957) en Bernard Herrmann (Psycho, 1961). Ook in Europa bestond een nauwe samenwerking tussen componisten en filmregisseurs: Sergej Prokofjev werkte met Sergej Eisenstein, Maurice Jaubert met René Clair, Jean Vigo met Marcel Carné, Joseph Kosma schreef muziek voor Jean Renoir, Nino Rota voor Federico Fellini, en Ennio Morricone voor o.a. Sergio Leone. In de filmmuziek bestaan stromingen of modeverschijnselen: in de jaren vijftig raakte het gebruik van jazz als filmmuziek in zwang, later kwam o.a. popmuziek veel voor. Daarnaast wordt frequent gebruik gemaakt van klassieke werken. Zie musical.

LITT. J. Huntley en R. Manvell, The technique of film music (1957).

< >