Paul, Belg. dichter en kunsthistoricus, *8. 7.1895 Parijs, ♱5.3.1957 Brussel; zoon van de kunsthistoricus Hippolyte Fierens-Gevaert. Fierens’ verzen, waarvan een bloemlezing verscheen (Passage au méridien, 1936), getuigen van een grote opmerkingsgave die de kenmerkende details van het dagelijks leven opvangt.
Hij wijdde zich na verloop van tijd volledig aan de kunstgeschiedenis en -kritiek. Werken: Jean van Eyck (1931), Les Le Noir (1933), Bruegel l’Ancien (1942), James Ensor (1943), Les grandes étapes de l’esthétique (1945), L’art flamand (1945), Peinture hollandaise (1952), Jan Vermeer de Delft (1952).