Russisch dichter, *5.12. 1820 Novosjolki bij Orjal, ♱21.11.1892 Moskou (hij droeg aanvankelijk de naam van zijn moeder en behield deze na 1876 als pseud. toen hij naar zijn stiefvader Sjensjin ging heten). Van 1840-44 studeerde Fet te Moskou rechten en litteratuur en trad vervolgens in militaire dienst.
In 1860 trok hij zich op zijn landgoed terug. Fet is de belangrijkste Russische Tart pour l’art’-dichter van zijn tijd. Hij bezingt vooral de natuur en de liefde. In zijn latere werk komen filosofische thema’s aan de orde. De gedichten van Fet waren van invloed op de poëzie der Russische symbolisten. Behalve zijn lyrisch dichtwerk verschenen van hem memoires en vertalingen van drie stukken van Shakespeare, Goethes Faust, van Latijnse schrijvers en Schopenhauers Die Welt als Wille und Vorstellung (1880).
Werken: Lyrisch Pantheon (1840), Mijn herinneringen (2 dln. 1890). Uitgave: Verzamelde gedichten (1959). LITT. R.F.Gustafson, The poetry of A.Fet (1966).