Arabische dynastie (909-1171), die de sji’itische richting van de islam aanhing. De Fatimiden grondvestten hun heerschappij eerst onder de Berbers en Arabieren van Centraal-Noord-Afrika, veroverden dan Egypte (969), dat onder hen tot grote bloei kwam, en breidden hun heerschappij ook uit over Syrië en Palestina (zie Arabieren).
In de 11e eeuw trad echter verval in. De Fatimiden kregen zowel met de Seltsjoeken als de kruisvaarders te kampen. In 1171 maakte Saladin een einde aan de heerschappij der Fatimiden.LITT. E. de Lacy O’Leary, A short hist. of the Fatimid khalifate (1923).