conflict tussen Engeland en Frankrijk (1898). Het Fasjoda-incident kwam voort uit de botsing tussen de Engelse en Franse koloniale belangen in Afrika.
De Fransen streefden naar een west-oost-transcontinentaal rijk in Afrika; op grond van de uitspraak van de Engelse premier W. E. Gladstone dat Engeland niet geïnteresseerd was in het gebied ten zuiden van Egypte, meenden zij zich in de Soedan te kunnen vestigen. Toen de Franse kapitein J.B. Marchand de plaats Fasjoda (thans Kodok) in de Boven-Nijlprov. (Soedan) bereikte en er de Franse vlag hees, trok de Engelse bevelhebber H.H. Kitchener vanuit Egypte naar het zuiden en eiste het vertrek van Marchand.
Marchand weigerde dit en zei op instructies van zijn regering te wachten. De dreiging van oorlog met het maritiem veel machtiger Engeland deed de Franse regering inbinden; Fasjoda werd ontruimd. Naar aanleiding van dit incident herzagen Engeland en Frankrijk hun onderlinge verhoudingen, hetgeen in 1904 tot de Entente Cordiale zou leiden. LITT. G. Hanotaux, Le partage de l’Afrique: Fachoda (1908); M.B. Giffin, Fachoda, the incident and its diplom, setting (1930); G.N. Sanderson, A study in the partition of Africa (1963).
