(fakkelde, heeft gefakkeld), met fakkels beroken. Op de eerste zondag van de vastentijd (Fakkelzondag, Ned.-Limburg; Vlooienzondag, NoordBrabant) bedrijft in Zuid-Nederland de jeugd wat feestelijkheid.
In Mheer zamelt zij gaven in met een bedelliedje, dat met zijn ‘Vonk, vonk, fakkele, zoe menige vonk, zoe menige appele’ (enz.) herinnert aan het nu verdwenen fakkelen: met brandende fakkels werd de vruchtbaarheid van het gewas bevorderd. In Mheer, Epen, Noorbeek, Wittem wordt nog een vuur gestookt: burchtof burkbranden. Rondgang door en onthalen van de jeugd op deze dag ook in Schimmert en Ulestraten. In Uden vindt op de Bedafse berg het vlooienstoken (oud bedstro) door de kinderen plaats.De eerste zondag in de vasten heet in West-Vlaanderen Peperwissenzondag (peperwissen zijn lange takken waarop men bossen stro hecht om in brand te steken), in Oost-Vlaanderen Borrelezondag (borellen = peperwissen), in Belg.-Limburg Kaasen Broodzondag (omdat men in 7 verschillende woningen 7 verschillende soorten kaas at op 7 verschillende soorten brood).
