v.,
1. het extraheren, het maken van een extract ;
2. (heelkunde) het uittrekken van splinters, tanden, verwijdering van de ooglens;
3. (gall.) afkomst.
Extractie is een bewerking die zowel een scheiding zijn kan van vast-vast als vloeibaar-vloeibaar of opgelost vast-vloeibaar. Dit geschiedt in extractie(m.n. Soxhlet-) of percolatie-apparaten. Ze zijn zo gebouwd dat b.v. door destillatie en condensatie de extractievloeistof door het te extraheren materiaal komt, een portie van het gewenste produkt meeneemt en terugvloeit naar de destillatie waar het geëxtraheerde achterblijft. Behoeft het oplosmiddel niet teruggewonnen te worden, zoals bij het extraheren met water dikwijls het geval is, dan spreekt men ook wel van uitlogen. Een toestel, dat daarvoor veel gebruikt wordt, is de diffuseur, vnl. gebruikt in de suikerindustrie voor het uitlogen van bietensnijsels, uitgevoerd:
1. als verticale ketels, geschakeld in batterij werkende naar het tegenstroomprincipe (het verse water komt in aanraking met het meest vers uitgeloogde materiaal);
2. bij continue methodes als licht hellende horizontale cilinder, draaiende om zijn as. Een ander continuproces is een opvolging van mengers en afzetbekkens (mixers-settlers). Ook gebruikt men voor het uitlogen wel een reeks kuipen met zeefbodem, die trapsgewijze opgesteld zijn, zodat de vloeistof automatisch van de hoogste naar de laagste kuip stroomt. Moeten bepaalde stoffen, die op zich zelf vast of vloeibaar kunnen zijn, maar die in een vloeistof in oplossing aanwezig zijn, uit die vloeistof worden verwijderd, dan maakt men als extractiemiddel gebruik van een tweede vloeistof, die zich met de eerste slechts in beperkte mate mengt en daarmede dus een tweede vloeistoffase vormt. Deze tweede vloeistof lost de uit de eerste vloeistof te extraheren stoffen goed op. In de aardolie-industrie wordt bij de raffinage van de uit vele componenten bestaande fracties, extractie op grote schaal toegepast, b.v. men verwijdert aromatische koolwaterstoffen uit kerosine (lampolie) met vloeibaar zwaveldioxide; wint aan aromaten (benzeen, tolueen, xylenen) rijke mengels uit bepaalde, door sterke kraking verkregen benzinefracties, met glycolen; het extraheren van hoogkokende aromaten uit smeeroliefracties met fenol of furfural (verhoging van de viscositeitindex van de smeerolie).
Smeeroliefracties die opgeloste vaste paraffine bevatten, kunnen paraffinevrij worden gemaakt door extractie met methylethylketon of vloeibaar propaan als oplosmiddel voor de olie. In zware smeeroliefracties opgeloste, min of meer vaste, bitumenbestanddelen kunnen daarvan bevrijd worden door de fracties met vloeibaar propaan als extractiemiddel te bezigen.