v. (-s, -n), in de commerciële economie een der fasen die zich na de produktiestadia in de levenscyclus van een produkt laat onderscheiden.
De expansiefase volgt op de eerste, de introductiefase. Kenmerken van de expansiefase zijn een sterk groeiende omzet en winst, doordat een grotere produktieschaal verlaging van kosten per eenheid mogelijk maakt en, afhankelijk van de geschatte afzetelasticiteit en eventuele reacties van aanbieders van verwante produkten in een oligopolistische markt, tot prijsverlaging kan leiden (zie produktbeleid). Na het optreden van een zekere marktverzadiging en knelpunten in de aanbodcapaciteit, zal de expansie worden afgeremd en in een zekere stabiliteit overgaan met in afnemende mate groeiende omzet en niet meer toenemende of zelfs dalende winst (stabilisatiefase), tenslotte leidende tot een eindfase waarin de ondernemer moet overgaan tot b.v. verbetering van het produkt (andere verpakking), beperking van het aantal types of volledig opgeven van het produkt.
LITT. P.J.Verdoorn, Het commerciële beleid bij verkoop en inkoop (1966); H.J.Kuhlmeijer, Commerciële beleidsvorming (1974).